De Stichting tot behoud van een goed woon- en leefklimaat in het Haarlemmerhoutkwartier heeft in de afgelopen weken – op verzoek van vele bewoners en ondernemers – ondersteuning geboden bij het opstellen van meer dan honderd bezwaarschriften tegen de verleende omgevingsvergunning voor de opvang van 210 asielzoekers aan de Meesterlottelaan 301. Sinds de bekendmaking van het plan ontving de stichting veel vragen en signalen van zorgen, waarop zij zich heeft ingespannen om betrokkenen bij te staan. Dit alles vond plaats midden in de zomervakantie, een periode waarin veel adviseurs beperkt beschikbaar zijn.
De vergunning is op 27 juni 2025 verleend door het college van B&W. Volgens de stichting kleven er ernstige juridische gebreken aan het besluit. Zo is geen advies gevraagd aan de gemeenteraad, is de wettelijke participatieplicht onvoldoende ingevuld en ontbreekt een gedegen onderbouwing van de locatiekeuze. De opvanglocatie biedt nauwelijks buitenruimte, wat volgens omwonenden leidt tot verplaatsing van activiteiten naar de omliggende wijken en parken. Dit vergroot de impact op verkeer, geluid, parkeerdruk, luchtkwaliteit en nabijgelegen Natura 2000-gebieden. Een verplichte milieueffectrapportage is achterwege gebleven.
Daarnaast constateert de stichting dat bewoners zich onvoldoende betrokken voelen bij de besluitvorming. Uit een eerder draagvlakonderzoek onder 820 huishoudens blijkt dat 86% zich niet betrokken voelt bij het plan en 85% zich zorgen maakt over de veiligheid. Veel bewoners en ondernemers geven bovendien aan zich niet vrij te voelen om zich publiekelijk uit te spreken, uit angst om als onverdraagzaam te worden bestempeld. Dit belemmert het publieke debat en tast het recht op vrije participatie aan.
Opvallend is dat het college een tijdelijke vergunning heeft verleend tot 1 april 2028, terwijl in de communicatie wordt gesproken over een langdurige of permanente opvangfunctie. De stichting acht dit juridisch onhoudbaar. Volgens vaste jurisprudentie mag een tijdelijke vergunning alleen worden verleend als het gebruik zonder blijvende gevolgen kan worden beëindigd – wat hier niet het geval lijkt.